Voorbeeld van de functie FV

In dit voorbeeld geeft de functie FV als resultaat de toekomstige waarde van een investering op basis van de rentevoet die groeit per periode (APR / 12), het totale aantal betalingen (TotPmts), de betaling (Payment), de huidige waarde van de investering (PVal) en een getal dat aangeeft of een betaling aan het begin of aan het einde van de betaalperiode plaatsvindt (PayType). Omdat Payment een uitbetaald bedrag vertegenwoordigt, is het een negatief getal.

Dim Fmt, Payment, APR, TotPmts, PayType, PVal, FVal
Const ENDPERIOD = 0, BEGINPERIOD = 1    ' Wanneer betalingen plaatsvinden.
Fmt = "###.###.##0,00"    ' Definieer valutanotatie.
Payment = InputBox("Hoeveel wilt u per maand sparen?")
APR = InputBox("Voer de verwachte rente in van de jaarlijkse rentevoet.")
If APR > 1 Then APR = APR / 100    ' Zorg voor de juiste vorm.
TotPmts = InputBox("Gedurende hoeveel maanden verwacht u te sparen?")
PayType = MsgBox("Vinden de betalingen aan het eind van de maand plaats?", vbYesNo)
If PayType = vbNo Then PayType = BEGINPERIOD Else PayType = ENDPERIOD
PVal = InputBox("Hoeveel staat er nu op deze spaarrekening?")
FVal = FV(APR / 12, TotPmts, -Payment, -PVal, PayType)
MsgBox "Uw spaarrekening bedraagt dan " & Format(FVal, Fmt) & "."